Sleepin’ in the midday sun,
Sleepin’ in the midday sun,
Sleepin’ in the midday sun,
Sleepin’ in the midday sun.
Dit is het refrein van de song “Buffolo Ballet’ van John Cale. Het gaat weer aardig beter met me. Gisteravond wat oude Rockpalast en Pinkpop (Radiohead, Thelonius Monster) opnames bekeken via Youtube. Ooit nam ik in de nacht WDR Rockpalast op op video. Een aantal van die video’s heb ik nog gedigitaliseerd en bewaard. Dat is helemaal niet nodig want dat hebben meer mensen gedaan en op YouTube gezet. Het is een bonte verzameling van live muziek uit de jaren 80 en 90, daarvoor en daarna. Het concert van John Cale uit 1983 heb ik vaak gezien en geluisterd.
Het is een eenvoudige decor met boven in beeld twee klassieke Rockpalast neon lichten en op het podium een barkruk met een gitaar en daarnaast de piano. Cale kan boos en verdrietig zijn maar ook loom en gevoelig. Zijn versie van Heartbreak hotel van Elvis Presley is meesterlijk mooi, eenmalig.
En dan dit refrein. Wat wil een mens meer. Het paradijs op aarde. Een slaapje in het gras, midden overdag. De zon houdt je warm. Op onze tuin hebben we ook een stukje gras. Je kan er net liggen. Een enkele keer doe ik daar een dutje. Je hoort niets, zelfs de A12 niet. De rust en de tijd nemen om te genieten van wat geen waarde heeft. De wereld gaat aan vlijt ten onder, heet één van de weinige boeken, die ik gelezen heb. Ik zou het willen kunnen, maar het lukt zo vaak niet. Dan moet ik weer wat en wil ik molenaar worden, of met treintjes rijden of stukjes op het internet publiceren. En als ik dan weer zit te nietsnutten stuur ik weer tweets de wereld in.
Het mooiste is en blijft toch: Sleepin’ in the midday sun, Sleepin’ in the midday sun….
Een volmaakte wereld zonder gedoe.
7 november 2020.