Over boeren

Toen de boeren met hun trekker richting Den Haag en Stroe reden twitterde ik regelmatig de #deboerenmoetenom. Op een keer kreeg ik een reactie van Geert Jan Kloosterboer, boer te Oxe bij Deventer. Hij is een actieve twitteraar en actief in de boerenbeweging. De boeren moesten niet om, maar de samenleving moest anders denken over de boeren. De boeren zaten in het verdomhoekje en zijn ondernemerschap werd doorkruist door de steeds veranderende regelgeving. Hij komt uit Salland en is de derde generatie boer van zijn familie. Gisteravond was ik bij hem op de boerderij.

Door zijn reactie op mijn # ben ik de boeren beter gaan volgen. De politiek gaf daar ook wel aanleiding toe, want sinds 2022 won de BBB de Provinciale Staten verkiezingen, zitten ze met 7 zetels in de Tweede Kamer en beheren ze nu het departement van LNV(V). Ik ging Andre Hoogendijk volgen, een historicus die veel van landbouw weet. Ik stemde Europees op Mohamed Chahim, die in de Balie in gesprek was met Hoogendijk. Ik sprak over de boeren met een vriend die veel boeren van bedrijfseconomisch advies voorzag en met mijn zwager die ooit in Wageningen studeerde. Ik stelde mijzelf de vraag: Moeten de boeren om? En dat antwoord op die vraag is nog niet zo eenvoudig.

De keten van akker tot bakker en groenteboer en van stal naar slager en supermarkt is een ingewikkelde keten. Ik keek naar Food for Thought van Kadir van Loohuizen en Doke Romeijn. Zij laten genadeloos zien hoe de wereld van groot kapitaal in elkaar zit. Hoe geopolitiek de voedselvoorziening is. Speelt een boer in Oxe of een gemiddelde consument uit Arnhem daarin een rol? We waren op vakantie in Zuid Frankrijk in de supermarkt en kochten daar dezelfde sperzieboontjes als bij de Jumbo aan de Amsterdamseweg in Arnhem.

Zelf koop ik graag vlees bij boer Wim in Heino en vind ik appeltaart van de appels van de boom voor ons huis, die ik zelf gekocht heb bij de Intratuin, het lekkerst. Ik bak een broodje van de tarwe die ik twee jaar geleden zelf heb gezaaid. Maar ja, dat is romantiek en daar kun je niet een hele stad mee voeden.

Akker van Graangeluk op landgoed Lichtenbeek

Ik ben er dus niet uit. En als je de lasten van de milieuproblematiek eerlijk wilt verdelen, dan moet je niet alleen naar de boeren kijken, maar ook naar de luchtvaart (hoe kan het dat de vliegtickets nog steeds zo goedkoop zijn?) en zul je vragen rondom ruimtelijke ordening in een vijfde nota moeten beantwoorden. Waar kiezen we voor: voor boeren, voor wonen, voor de natuur, de wolf of militair oefenterrein? Of kunnen we dit combineren?

Deze week las ik dat Friesland Campina meer winst maakte met minder melk in het eerste halfjaar van 2024. Het bedrijfsresultaat verbeterde aanzienlijk onder meer door: “positieve ontwikkelingen van onze consumentenmerken in Zuidoost-Azië en ons Friso kindervoedingsmerk in China”.

De melkfabriek in Ommen, waar ik als kind boter moest halen voor de bakkerij van mijn vader, gaat sluiten. De fabriek, in handen van een Chinese gigant, doet aan schaalvergroting en de productie wordt overgebracht naar een andere fabriek. Het is niet anders.

Gisteravond staande in de weide van Kloosterboer met vijftien Twitteraars kwamen we er niet uit. De reeën kwamen uit de dekking, Romantischer kon het niet. Ver weg in Parijs werden de Olympische Spelen geopend.

De boer heeft behoefte aan richting en de samenleving lijkt zich om hem heen autonoom te ontwikkelen.

27 juli 2024

Naschrift: Gisteren begreep ik dat er onderhandelingen gaande zijn om de melkfabriek in Ommen door te starten met melk die verbouwd in een straal van een kilometer rondom Natura 2000 gebieden. Dat zou een mooie ontwikkeling zijn richting duurzaam produceren, ook al is het een druppel op de gloeiende plaat van ons voedselproductiesysteem.

4 augustus 2024

Atlantis

Op het pickup’je waar mijn vader de LP’s van het Heerder mannenkoor, de Maastrichter Staar en het Urker mannenkoor draaide, speelde ik de singletjes van mijn broer af en mijn eerste LP: The best from Tommy van de Who. Het hele album kon ik niet betalen, ik draaide het grijs. Net als de singles van mijn broer. Één van die singles was Atlantis van Donovan uit 1969.

Deze vakantie loop ik de O Camiño dos Faros, een wandeltocht langs de vuurtorens van Galicië, noordwest Spanje. De ‘Costa da Morte’. Inmiddels hebben we, met wie ik ben en ik, het deel aan de Golf van Biskaje gehad en lopen we echt op de noordwest punt aan de Atlantische kust. Steeds vaker komt Atlantis van Donovan in mijn hoofd. “The continent was an island… “ dat soort zinnen. Ik zoek op Spotify en draai het hele nummer. Ik kan het in mijn hoofd helemaal meezingen. Ik ken de woorden, maar wist niet wat ze betekenden. Maar de song is episch. Met mijn gehoor is niets mis, maar van de Griekse mythologie heb ik geen verstand. Ik zocht het op in Wikipedia: De song gaat over een eiland waar het leven goed was en dat lag in de Atlantische Oceaan, meer dan 10.000 jaar geleden. Plato schreef erover. Het goede is vergaan. Atlantis is in de Oceaan ten onder gegaan. Misschien dat er bij de Canarische eilanden nog wat van over is.

Eigenlijk interesseert me dat allemaal niks, behalve het idee dat het goede is overspoeld. Die muziek, die in mijn hoofd klinkt, doet ertoe. Prachtig. Op Spotify zocht ik verder. Ik vond een 17 minuten durend nummer van Earth and Fire. Het nummer heeft hetzelfde thema. Het is geweldig. Pink Floyd doet het niet beter. De prachtige stem van Kaagman, de gitaarsoli, de toetsen. Alles zit erin. Het is gemaakt in de hoogtijdagen van de thema albums. Leo Blokhuis kan er college over geven.

Wat ik wil zeggen is: ga dat nummer luisteren en je bent 17 minuten in een andere tijd, een andere wereld: de wereld van de jaren 70 en de wereld van Atlantis.

En over die wandeling: soms vraag ik me af waar het einde van de wereld is. Vorig jaar dacht ik dat het in Glenbrittle lag, in Schotland. Ooit was ik in Manang, Nepal hoog in de bergen en dacht ik dat het daar was. Nu loop ik deze fantastische wandeling in Noordwest Spanje, waar voor de kust alle depressies van noordwest Europa ontstaan. Het is er prachtig, het einde van het Europese continent.

Atlantis lag even verderop.

Leis, 14 juni 2023.

Oudjaar

We hebben alle boodschappen binnen. De druiven achter het huis zijn gesnoeid. De poort van het achterom is op slot. Het vuurwerk ligt in de gang en het staatslot op het dressoir. Of we de dertig miljoen gaan winnen is zeer de vraag, maar we hebben in ieder geval een poging gedaan tot.

Vuurwerk in de gang

Morgen is het oudjaar. Vroeger bakte mijn moeder oliebollen voor de klanten van de bakkerij. Om vijf uur stond ze op en bakte door tot ze tegen een uur of tien klaar was. Het eten voor het ’toafel’n’ had ze de dag ervoor al gemaakt net als de huzarensalade en de chipolatapudding. Wanneer om vijf uur ’s middags iedereen klaar was, ging zij verder met het mooi maken van de tafel, het aankleden van de woonkamer en zo meer. Een man of tien kwam aan tafel tegen een uur of acht en er werd gegeten en gedronken. Veel vlees van allerlei soort, zoals verse worst en karbonade. In de zomer zouden we dat nu een BBQ noemen. Als het eten klaar was, pakte mijn vader als altijd de Bijbel en las psalm 90 over de vergankelijke mens. Over de ellende van het leven: dat wij onze dagen tellen en een wijs hart verkrijgen. Over het goede: het werk van onze handen, dat dat goed mag zijn.

Als het eten op was, werd er een spelletje gedaan, meestal sjoelen of jokeren. Als kind genoot ik van die avonden. Ik voelde dat iedereen blij was. Het jaar zat erop, de kerst voorbij en een nieuw jaar was op komst: nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Met wie ik ben stond vanmiddag in de keuken. Niet dat daar verse worst en karbonades werden gebraden, wel werd kippensoep getrokken en werd een huzarensalade gemaakt. En net als thuis vroeger staat er morgenavond een pasteitje met eigen gemaakte ragout op tafel.

2022 is voorbij. Corona lijkt voorbij, maar de oorlog in Oekraïne niet. De Russen hebben weliswaar Sloviansk niet bereikt (zie eerder blog), maar ze maken alles kapot wat los en vast zit. Bij ons zijn energieprijzen op recordhoogte en de inflatie giert de pan uit. Simpel was het niet voor veel mensen dit jaar. En dan heb ik het nog niet over de slachtoffers van de toeslagenaffaire, de arbeidsmigranten en de Groningers.

Gisteren was ik met twee jonge mensen van 9 en 10 in het Kröller-Müller museum, hier vlakbij om de hoek. Ze keken hun ogen uit, waren blij verrast dat ze iets zagen, waar ze op school over hadden gehoord, vroegen of de Aardappeleters er ook waren (dat bleek zo te zijn) en keken bewonderend naar het pointillisme van Signac. Die ochtend had ik ze thuis uitgelegd, toen ze aan het tekenen waren, wat dat was. Na de pannenkoek zagen we allerlei natuurwonderen in het Museonder. Voor hen ligt de toekomst, de toekomst van 2023 en verder.

Geslachten gaan en geslachten komen. Iedereen maakt wat van de wereld, zoals hij/zij of die hem aantreft.

30 december 2022

Ook de boeren moeten om….

Dat gaat nog wel even duren, vrees ik. Deze zomer was er nog een concreet kaartje, toen kwam er een lijst van Remkes die niet bleek te bestaan en vervolgens mochten ambtenaren een scenario uitwerken waarbij er een keuze zou zijn voor pak ‘m beet 3000 boeren. Geen van de opties werd met open armen ontvangen door de boeren. Deze week ging de minister van LNV in gesprek met boeren en stelde dat we niet dogmatisch moesten vasthouden aan gestelde deadlines. Ik heb hierover getwitterd en probeer me in dit blog te verantwoorden.

Soms lijkt het erop dat langzaam het stikstofdossier voor de boeren van de agenda verdwijnt. Echter vandaag werd iedereen opnieuw wakker door de uitspraak van de Raad van State dat de bouw zich, net als de agrarische sector moet houden aan een effectrapportage van investeringen op natuur. Op zich lijkt dat bureaucratische rompslomp. Waarom is dat nodig? Ik weet niet precies wat de argumentatie is, ben ook maar gewoon een krantenlezer, maar wat ik belangrijk vind is dat we hierdoor een systeem optuigen waardoor milieueffecten in de prijs van een investering worden meegenomen. Daarmee wordt ook de prijs van het product dat wordt geleverd meer inclusief kostendekkend. Dat is een groot goed. Nu is de prijs van veel producten exclusief de milieuschade. Het vliegverkeer is daar het grootste voorbeeld van. Zowel de industrie als de agrarische sector en daarbinnen met name de veehouderij en ook de Hoogovens staan in de spotlight als het gaat om het behalen van milieudoelen.

Op Twitter gaat het dan heel snel: Vanochtend staat iets in de krant, daarop reageert half het volk en daarna nuanceert de in de krant geciteerde zijn verhaal dat het toch strookt met het kabinetsbeleid. Niet dogmatisch vasthouden aan gestelde deadlines. “Ga voor een groter ruimtelijke ordening plaatje…” Weer vager, denk ik dan. (zie deze link). Op zich wel goed, want ik houd wel van beleid met het einddoel voor ogen en af en toe een beetje links en rechts marchanderen. Maar: het einddoel voor ogen. Wat ik me niet kan voorstellen is dat met de uitspraak vandaag door de Raad van State omtrent de bouw de doelstellingen zullen veranderen. Tijd voor oeverloze discussies is er niet en is ook niet goed voor de boeren. Zij blijven langer in onzekerheid en ik ben ervan overtuigd, oké het is een overtuiging, dat van uitstel geen afstel komt. Dus ik tweette: “Ik vrees dat het tijdpad (voor de boeren) na de uitspraak van de Raad van State over de bouw vandaag misschien wel scherper wordt. Het is niet anders: #deboerenmoetenookom.” Van een boer, die ik respecteer om zijn toon en zijn bereidheid om het gesprek aan te gaan, kreeg ik terug dat hij mijn hashtag respectloos vond richting boeren en dat ik daar vanavond maar eens over moest nadenken.

Dat heb ik onder het koken voor mezelf en met wie ik ben gedaan. Ik stelde een menu samen van beter leven kip, krieltjes uit een zakje van de Jumbo met doppertjes uit eigen tuin en worteltjes uit Spanje (denk ik). Het toetje kwam uit een pak van Campina. We hadden onder het eten een gesprek over de vraag of dit vandaag een leuke dag was voor de Jumbo. We dachten van niet.

Nu mijn reflectie: Toen de boeren de wegen blokkeerden ging ik los op Twitter met #deboerenmoetenom. Nou dat is gelukt. Ze brengen geen mensen meer in gevaar. Nu gaat het beleidsmatig verder en dat is goed! De boer die reageerde is een gesprek gestart in de zomer om boeren en burgers dichter bij elkaar te brengen. Zie mijn blog hierover. Hij twittert vaak over het mooie van zijn vak: de zonsopkomst, het geboren worden van kalfjes, de ruimte in zijn stal voor educatie (hij ontvangt daar schoolklassen bijvoorbeeld) etc, Ik vind dat geweldig. Hij is ondernemer en heeft altijd binnen de grenzen van wat kon, gewerkt. Mogelijk, maar nu wordt het speculatief en dat is gevaarlijk, heeft hij mede op basis van een bedrijfsmodel dat door banken en overheid is geadviseerd zijn bedrijf ontwikkeld. Hij zit dus min of meer gevangen in een systeem dat mede door derden is voorgesteld. En nu die derden tegen de lamp lopen, zij draaien in één kwinkslag (Rabo financiert niet meer, overheid durfde (durft?) niet door te pakken) krijgen zij de rekening. Dat is niet leuk. Ik herinner me hoe pijnlijk het was dat in de jaren 90 de bakkerij van mijn vader en broer niet verder kon door de schaalvergroting. Veel kleine boeren zijn de bestaande grote boeren voorgegaan. Een hele sector moet om, zoals ook de stukgoedwerkers in de haven vervangen werden door machines, de mijnen moesten sluiten en de middenstanders deels uit het straatbeeld verdwenen. Er is geen ontkomen aan.

Konden we dit weten? We lopen aan tegen de grenzen van de groei. Al in de jaren zestig heeft de club van Rome hier op gewezen. We zijn vijftig jaar verder en er is wel wat gebeurd. En natuurlijk is de ene sector sneller gegaan dan de andere sector. Maar het moet voor iedereen sneller. De opwarming van de aarde gaat door. Er zijn mensen die dat willen ontkennen. Dat mag in een democratische rechtstaat, maar is populisme en struisvogelpolitiek in mijn ogen.

Waarom vindt de boer mijn opmerking “de boeren moeten ook om” respectloos. Mogelijk heeft hij het woordje “ook” niet gelezen. Dat kan. Maar daar zit het denk ik niet. Hij probeert zijn vak goed te doen en positief met mensen in gesprek te gaan. Wellicht is het het gevaar van Twitter, dat als je iets algemeens tweet je dat ook individueel adresseert. Dat maakt het persoonlijk. Zoals ook de boeren uit Woudsend het persoonlijk maken richting Tjeerd de Groot van D66. De boer waar ik mee debatteer is het vast niet eens met de boeren in Woudsend. Mogelijk vindt deze boer, dat boeren wel om moeten, maar dat dat meer geleidelijk moet. Of dat de boeren al om zijn. Bijvoorbeeld dat boeren al meer inzetten op blauwe (sloten schoonmaken bijvoorbeeld) en groene producten (paaltjes bij gruttonesten zetten). Dat ze dat doen en dat die producten betaald moeten worden, staat buiten kijf. Komt weer dat inclusief prijzen langs.

Ik heb respect voor boeren die de verandering onder ogen willen zien en daarmee om willen gaan. Zij moeten gecompenseerd. Ook boeren die voorop willen gaan in de discussie, zonder mensen angstig te maken en bestuurders te bedreigen, hebben mijn steun. Voor boeren die houden van hun vak heb ik een zwak. Ik houd ook nog steeds van het bakkersvak van mijn vader.

Maar het blijft voor mij dat – ook – deze sector moet veranderen. En dat is wat ik bedoel met “ook de boeren moeten om”. Dat dat uiteindelijk betekent dat een groter deel van mijn inkomen naar primaire producten moet, zoals eten, drinken en huisvesting, dan is dat zo. Dan maar een iets goedkoper telefoonabonnement. Want ook bij mij moet het uit de lengte of de breedte.

Tenslotte: ik ben niet voor verdere schaalvergroting. Ik ben voor natuur-inclusief boeren. Ik vind dat de prijs die ik betaal als consument naast de reeds bestaande onderdelen, ook een prijs voor de natuur moet bevatten. Inclusief prijzen heet dat. Dat geldt wat mij betreft ook voor het vliegen, het autorijden, het opslaan van allerlei gegevens in de cloud (we hebben niet voor niets de dozen in Middenmeer nodig…) en noem maar op.

2 november 2022

(foto boven: landbouwgrond vandaag in de buurt van Vilsteren, Overijssel. Gemaakt door “met wie ik ben”.)

Een normaal gesprek met boeren…

Kan dat? Vroeg ik me af na wat er de afgelopen maanden allemaal op de snelweg was gebeurd. #deboerenmoetenom was de hashtag op Twitter die ik regelmatig heb gebruikt, soms in combinatie met #ikmoetbetalen. Door dat getwitter kwam ik Geertjan Kloosterboer tegen, een twitterende boer ergens bij Deventer. Hij wilde zo’n normaal gesprek organiseren en dat deed hij met Joris Lohman, van Foodhub. Ik toog met mijn zwager naar Wageningen, waar hij begin jaren tachtig was afgestudeerd. In de auto ging het er al heftig aan toe.

De organisatoren van een normaal gesprek. Geertjan Kloosterboer (links) en Joris Lohman.

Kan je een normaal gesprek met boeren voeren? Ik kon dat eigenlijk niet meer, nadat ik keer op keer via het gebral van FDF Gideon van Meijeren van Forum van Democratie hoorde. Daar wil ik niets mee te maken hebben. Toch zaten daar 100 mensen in een halve cirkel om acht uur klaar. Voor een normaal gesprek. En dat werd het!!

Over hoe je als boer een boterham kunt verdienen. Hoe je als boer het contact met de samenleving weer terug kunt winnen. Wat de dreiging is wanneer de grote bedrijven als Bayer grond opkopen in Oost Europa. Welke ontwikkelingen de afgelopen twee eeuwen het boerenbedrijf had doorgemaakt. Hoe het businessmodel op de schop kan, door niet alleen melk te verkopen, maar ook mee te werken aan landschaps- natuur- en waterbeheer.

Ik moest denken aan het bakkersbedrijf van mijn vader. Als jochie van 10, 12 ging ik op zaterdagochtend om half acht, voordat de winkel open ging brood snijden en daarna mee venten. In de jaren vijftig was brood schaars en werd brood duur. Toenmalig minister van economische zaken Joop den Uyl stelde een maximumprijs voor brood in. Er viel dus voor die bakkers letterlijk geen droog brood te verdienen. Mijn vader, en veel van zijn collega’s, begonnen een lunchroom naast de bakkerij. Een beetje horeca. Ze moesten wel investeren, want zonder die ruimte en de tafels en stoeltjes ging dat niet. Dat deden ze en ze kwamen door de crisis. Hun bedrijf veranderde. (Inmiddels zijn de meeste bakkers van toen door de schaalvergroting ten onder gegaan, maar dit terzijde.)

Dat is nu met de boeren ook zo. Door de ontwikkelde productiemethoden en de opvattingen van de samenleving verandert het boerenbedrijf. Ik merkte in de zaal gisteren veel support daarvoor. Natuurlijk zijn boeren ondernemers, die primair voor het eigen inkomen gaan en boeren die het idealistische en romantische beeld van de groene boer in stand willen houden. Ik ben daar ook wel van, maar het gros van de aanwezige boeren willen in de samenleving staan en niet er tegenover.

En daar moeten we het van hebben. Boeren met een nuchter boerenverstand, die snappen dat er wat veranderd is sinds de jaren 80 van de vorige eeuw. Ze moeten daarbij geholpen worden door de samenleving en door de gehele keten van de Rabobank tot Big Agro en van de supermarkten tot de consument (want die moet betalen uiteindelijk via de prijs of via de belastingen).

Mooi was was dat boeren gisteravond in gesprek wilden met de samenleving. Hoewel de urgentie groot is, zal vanuit de positieve communicatie tussen boeren en burgers de oplossing moeten komen.

De avond in Wageningen gisteren was daartoe een mooie eerste aanzet. De boeren moeten om, ik moet betalen en wij moeten samen verder. Het stikstofprobleem moet opgelost.

De eerste asperge

De eerste asperge van 2022

We hebben geplant, gezaaid en er staat nog gewas van vorig jaar. Alles komt weer boven de grond en groeit. Het is een waar paradijs op deze mooie voorjaarsavond in Schaarsbergen. De wintertarwe staat er mooi bij (zie foto bovenaan de pagina). Ergens in juli gaan we deze oogsten. De eerste asperge hebben we zojuist geoogst. De rest volgt tussendoor en later.

16 april 2022