Ik ben een goed jaar bezig met de opleiding tot molenaar. Af en toe een dip, wat een details soms, maar ook verwondering over een nieuwe wereld die open gaat. Eigenlijk is het een oude wereld, want die molen was gewoon een gereedschapsstuk uit de 19de eeuw en daarvoor, dat economisch gezien achterhaald is door de industriële revolutie.
Maar wat een mooie wereld. Ik kom op plaatsen die op het paradijs lijken, op plaatsen waar je een prachtig uitzicht hebt over stad en land en je ontmoet mensen met passie voor het apparaat waarmee ze werken. In het begin beschreef ik elk molen die ik zag op deze site. Dat doe ik niet meer, want ik kan wel aan de gang blijven. Met wie ik ben verras ik af en toe op een fietstocht, door plotseling weer bij een molen terecht te komen. Het leuke is, die molens staan bijna altijd op een aantrekkelijke plaats. Verder is het natuurlijk leuk dat er een kleine groep volgers is. Zo is er iemand met een camper die niet langs een molen kan komen, zonder mij een foto te sturen.
Sinds kort ben ik met een tweede fase bezig. Ik heb nu twee keer een dagdeel mee gedraaid op een andere molen. Op de Hermien in Harreveld en de Follega molen in Laag Keppel.
De molen in Laag Keppel is ligt op een landgoed en vormt met zijn omgeving een klein paradijs. Een kolk, een moestuin een watermolen en een spinnenkop(molen) ingeklemd tussen een arm van de Oude IJssel en de gekanaliseerde Oude IJssel. Veel mooier wordt het niet, hoor ik dan mijn molenaar zeggen.
Hoe het verder gaat? Ik weet het niet. Theorie leren, veel doen en dan uiteindelijk een keer examen doen. Het is wel een beetje te vergelijken met autorijden leren. Je moet routine opdoen, theorie kennen, veiligheid in acht nemen en het omstandigheden in de gaten houden.
Het houdt je van de straat.
22 juni 2020