De linkse kerk

Ik raakte enigszins van slag door het artikel in Trouw over het boek van Syb Wynia, De linkse kerk. Ik ben vier jaar jonger dan Syb. Ik ken de omgeving waar Syb is opgegroeid. Tien jaar woonde ik in Sneek en vaak fietste ik langs en zeilde ik over de Oudegaster Brekken. Ik was ouderling in de gereformeerde kerk van Sneek en had discussie met de toenmalig, landelijk bekende, voorzitter van de kerkenraad. Met name over het IKV en de kruisraketten. Ik ben een vertegenwoordiger van de linkse kerk.

In Ommen waar ik geboren ben, was het vergelijkbaar met Sneek. Ik zat als enige met een button tegen kernwapens in de kerk en op de Kerst-In waagde ik het om een A4’tje tegen intensieve veehouderij op te hangen. Gelukkig hadden we de GJV, een discussiegroep gelieerd aan de kerk. Ik heb daar leren discussiëren en luisteren naar anderen. Ik kon daar ook mijn eigen scharrelei kwijt. Het waren intense tijden eind jaren 70, begin jaren 80.

Help de kernwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland. Op het kerkplein op zaterdag stond een standje van de PPR over Ommen binnenstad autovrij. Inmiddels is het bijna zover. Op een mooie zaterdag ging ik met de bus naar Almelo om te demonstreren tegen de Ultracentrifuge fabriek, waar grondstoffen voor kernenergie werden gemaakt. Ik ging als een soort Günter Wallraff aan het werk bij Nijverdal ten Cate: met mijn Heao diploma de fabriek in om te kijken hoe het leven zich daar afspeelde. Mannen vertelden mij hoe het daar in de jaren 40 en 50 was. Hard werken en weinig geld verdienen. Soms nog net geen kinderarbeid. Eerder wel natuurlijk…

Op een dag kwam de teamleider, de chef, bij me of ik Pakistanen wilde rondleiden in de fabriek, want ik kon immers Engels. Pas jaren later begreep ik wat die Pakistanen kwamen doen. In het kader van een industrieel uitwisselingsprogramma hadden Pakistanen interesse in Twente. Ze wilden namelijk weten hoe de UCN het deed in Almelo. Dat ze daarvoor ook iemand naar een blekerij in Nijverdal moesten sturen was bijzaak. Ik had een leuke ochtend en leerde hoe het werkt: je leidt af en pakt ongezien de informatie die je wilt hebben.

Waarom was ik lid van Syb Wynia’s linkse kerk? Bij ons thuis werd altijd over politiek gepraat. Mijn moeder was penningmeester van de plaatselijke afdeling van de ARP, een voorloper van het CDA. Haar broer was van 1946 tot in de jaren 70 wethouder van de gemeente Ommen. Hij heeft veel sociale voorzieningen opgezet, zoals een bejaardencentrum en het werkvoorzieningsschap. Hij was een sociale man, die mensen recht in de ogen keek en hen hielp wanneer dat nodig was. Hij was ook voor de zondagsrust, een thema in de begintijd van de opening van de samenleving: het begin van het einde van de verzuiling. Voor het zwembad, maar tegen zwemmen op zondag. Altijd ging het over politiek bij ons thuis, over de ARP van Hans de Boer, over Aantjes, over de dissidenten, over prins Bernhards Lockheedaffaire en noem maar op. Uiteraard stonden Trouw en de NCRV op het dagelijkse menu.

Zou mijn moeder nu nog hebben geleefd, dan weet ik (bijna) zeker hoe ze tegenover de rol van de overheid in het toeslagenschandaal zou hebben gestaan.

Ik voel me verbonden met de linkse kerk van Syb. Uit de kerk die in de oorlog vaak aan de goede kant stond, in de jaren vijftig en zestig verantwoording nam voor de wederopbouw van de samenleving, in de jaren zeventig en tachtig, ondanks alles, toch koos voor meer bescherming van moeder aarde en onverantwoorde keuzes in de bewapeningswedloop. En dat zeg ik ook nu Poetin in Oekraïne zijn ware aard laat zien.

8 juni 2022

NB.: foto Rob Bogaerts, Nationaal Archief, Anefo

Drijfveren

Waarom doe je iets? Waarom laat je iets? Is je gedrag aangeboren of heb je het jezelf aangeleerd? Hebben anderen je dat geleerd, zoals je vader of je moeder.

Tante Es (Jurgen Rayman) vraagt altijd aan haar gast: Zeg me: wie is je vader? Zeg me: wie is je moeder?

Die vragen houden me bezig. Je kunt zeggen: dan moet je geen blog schrijven maar naar de psycholoog gaan. Maar daar heb ik geen zin in. Ik kan mijn sores zelf wel oplossen. De dagen zijn grijs en ik kom er wel doorheen…. Het voorjaar komt eraan.

Ik ben druk geweest met een nieuw deel van mijn treinbaan. Naast Ommen, Zwolle en Arnhem heb ik de stations Sneek en Leeuwarden aangelegd. Ik ben wezen wandelen. Druk bezig met het doen van examen voor de molen. Dat lijkt eenvoudig, maar is het niet echt.

Mijn vrienden van vroeger zouden langskomen. Morgen. De hele week zitten ze in mijn hoofd… Figuurlijk dan. Normaal gaan we bierdrinken in een café en daarna wat eten in een plaatselijk restaurant. Dat kan nu niet.

We zouden naar de molen gaan, maar mijn molenaar moest op de thee met iemand anders. Ik wou vis maken, maar één van die gasten eet geen dieren. Dus ook geen vis. Dus dat wordt een vegetarische ovenschotel met bietjes, walnoten en geitenkaas. Voor de vleeseters had ik een entrecote van boer Wim uit Heino in gedachten. Zonder cafés moeten we maar onze eigen sfeer maken. Ik had de pick-up beneden klaargezet en alle platen ernaast. We zouden in ons eigen café bier gaan drinken en plaatjes draaien. Van Pink Floyd, Doors, Neil Young en Brainbox.

Toen kwam de griep. Het ging niet door. Je doet zoiets met z’n vieren of je doet het niet. Zo gaat dat.

Ik vraag me deze grijze week af: waarom bouw ik die treintafel, waarom wil ik me nog bewijzen op die molen en waarom wil ik met mijn vrienden een mooie tijd hebben? Wat zijn mijn drijfveren?

Met wie ik ben maakt me attent op een YouTube item van Nils Lofgren. In de Twee Meter sessie speelt hij Shine Silently. Mooi is het. Kijk!!!

Al scrollend verder, want zo gaat dat, stuit ik op een concert van Anneke van Giersbergen in Parijs. Ik vind haar muziek prachtig. Luister!!

Ik zag een interview met haar over de Lockdown. Alle plannen die ze had en al die plannen die niet doorgaan. De muziek die ze maakt is prachtig.

Ik zag de tweets van Hadewych Minis over haar voorstelling Girls & Boys, waarvan ze alleen de première heeft gespeeld en toen gingen de theaters dicht. En hoe ze met die teleurstelling omgaat.

Ik volgde Dikke Dries uit Utrecht. Zijn café is dicht maar komende week maakt hij 900 broodjes, waarvan de opbrengst voor het Maxima kinderziekenhuis is. Hoe mensen iets maken, van iets dat onder hun handen vandaan wordt gehaald door z’n kutvirus.

Ik maak me dus maar geen zorgen. Het voorjaar komt eraan!! Ik ga dat examen halen, ik ga tarwe zaaien en genieten van die jongen die bij ons steeds de bel van de voordeur wil veranderen. Wat zijn drijfveren zijn? Geen idee, maar hij houdt van knopjes.

En die afspraak met de jongens van vroeger: die is over een paar weken.

14 januari 2022

Croquetten – 3

Eerder beschreef ik hoe je echte croquetten maakt. Klik op de tag naast deze pagina en je vind het. Het dagblad Trouw zocht naar recepten van lezers. Ik dacht: daar doe ik aan mee. Ik heb tenslotte een prachtig recept uit het receptenboek van mijn vader. Het recept werd hier gepubliceerd. Onlangs publiceerde Trouw een verhaal over de kroket in culinair-historisch perspectief…. Dat artikel vind je hier.

Mooi, hoor ik de lezer denken, maar waarom dan nog en keer een bericht over kroketten? Ik kreeg een paar mooie reacties van vrienden, familie en van totaal onbekende mensen en van mensen die onze bakkerij gekend hebben. Van het een kwam het ander en vandaag sprak ik met iemand die bleek bij ons te hebben gewerkt. Ze had de kroketten in de lunchroom verkocht. In die tijd hadden we elkaar vast weleens gezien. Geen van beiden hadden we daar een actieve herinnering aan. Ze vertelde haar herinneringen: hoe ze een sorbet moest maken en hoe ze dat bij feestelijke gelegenheden nog steeds doet. Over hoe mijn moeder in het voorjaar allerlei ijsmixen maakte op zolder. Ik zie dat nog voor me. Ze had witte kleden liggen met de verschillende ingrediënten, die ze in bepaalde verhoudingen mixte. Mix voor banenijs, citroenijs, aardbeienijs, enzovoort. Ook vanille ijs-mix is in verschillende variaties, want als het hoogzomer was deed je minder vet in het ijs, want dat was lekkerder. Was het een koudere voorjaarsdag zat er wat meer vet in, want dat smaakte dan beter.

Mijn verhaal over kroketten in Trouw begin ik met dat ik samen met een teamgenoot van de voetbal na de voetbaltraining een kroket bij de Ommer Febo uit de muur haalde. Ik vertelde haar dat het haar broer was met wie ik die kroket ging halen na de training. Trainen aan het eind van de middag, eerst heen fietsen en na de training terug. We hadden dan wel zin in wat.

En zo kwam weer van het één het ander. Het was als met de vragen van tante Es: zeg me: wie is vader en zeg me: wie is uw moeder? Daniel Lohues zingt: hier kom ik weg. We hadden het over gereformeerd Ommen, over de straatjes die we kennen, over de mensen van toen en soms van nu, over de levenden en de in ons voort levenden. Het is gek, maar waar je opgegroeid bent… daar hou je een bepaald gevoel aan over. Ik herinnerde me de geur en het geluid en de kleuren van alles wat ze me vertelde. Dat raak je niet meer kwijt. Ik koester die geuren en kleuren en het geluid van radio Veronica. Want die stond altijd aan…

Croquetten. Van het een kwam het ander.

18 oktober 2021.

De holocaust niet vergeten

Ik had het al op tv gezien en vandaag was ik er zelf: in het holocaust monument in Amsterdam. Een verplicht nummer voor middelbare scholieren, zei ik tegen met wie ik ben. Je weet niet wat je ziet. Alle namen van hen die vanuit Nederland zijn vermoord in Nazi Duitsland. Onbeschrijfelijk.

Er waren veel mensen. De een belde naar huis: wat is de geboortedatum. De ander keek op internet. Weer een ander raakte voorzichtig de steen aan van een geliefde, alsof het de eerste keer was dat hij zijn geliefde kon aanraken. En dat was ook zo. Een derde was verbijsterd toen zij door een gids geleid werd naar haar nabestaanden. Een ongeveer negen jarige vroeg aan haar moeder: “Zijn al deze mensen vermoord?” Onbevattelijk: 102.000 bakstenen. Voor iedere dode een steen.

Wij gingen op zoek naar de joden uit mijn geboortestad. We zochten de familie De Levie. Niet dat ik er een band mee had. Mijn moeder had hun naam weleens genoemd. Ze hadden een slagerij . Op de site over joden in Ommen wordt, naast andere verhalen, hun verhaal verteld.

Deze 102.000 verdwenen mensen hebben een naam en een plaats gekregen in de geschiedenis. Een tijd geleden waren we in het holocaust monument in Berlijn. Blokken, groot en klein. Straten, oplopend en aflopend. Geen zicht op uitzicht. Hoe kun je je 6.000.000 doden herinneren? Het is eindeloos.

En nu hier in Amsterdam staan de namen van de Nederlandse joden in steen gegrift. Het is een aangrijpend monument. Geen steen is hetzelfde.

Dit monument laat je niet los. De holocaust vergeet je niet meer.

Ga kijken.

Amsterdam, 10 oktober 2021

De plek

I ‘ve been to Hollywood
I’ve been to Redwood
I crossed the ocean for a heart of gold.

Mijn plek. Ik denk bij de vraag wat is voor jou “de plek”, direct aan mijn plek aan de Vecht bij Ommen. Niet ver van het huis waar ik ben opgegroeid en waar ik van mijn 9de tot mijn 22ste heb gewoond. Je kijkt er richting Ommen. Ik ging er heen als ik wilde nadenken, wanneer ik depressief was. Ik was nooit echt depressief, weet ik nu. Gelukkig. Maar ik was wel, zoals iedereen, boos, verdrietig, kwaad over van alles en nog wat in de wereld. En verliefd.

Ik was er voor het laatst een paar jaar geleden toen we in de buurt op een camping stonden. Ik moest er even heen om te voelen of het nog zo was, of ik dat gevoel nog weer terug kon krijgen. Dat was niet moeilijk. Toch zijn er meer plaatsen waar ik aan gehecht ben. Ik heb altijd een dergelijke plek om me heen nodig gehad. Aan het kanaal waar we woonden, op de fiets richting Gaastmeer, op de hei, waar ik zeven jaar ’s ochtends en ’s avonds over fietste om naar mijn werk te gaan.

Die plaatsen hebben gemeen, dat ik ze bezoek in het voorjaar. Het stemt mij melancholisch . Ik droom er hoe de wereld beter kan worden. Wat ik er aan kan doen. Hoe ik me lekkerder, prettiger kan voelen. Eigenlijk was het op die plaatsen vaak ‘coronaweer’. Blauwe lucht, groene omgeving. Nu, dit voorjaar, heb ik geleerd waarom blauw en groen mijn favoriete kleuren zijn. Ook: hoe verraderlijk dergelijke plekken kunnen zijn. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht. Het kan je zomaar, letterlijk, bij de keel grijpen.

En: als het er op aankomt is mijn plek links van met wie ik ben.

28 april 2020

Gepubliceerd in de Nieuwsbrief jaargang 39 nummer 3, mei 2020. Meer beelden van dit artikel zijn te vinden op www.gerthengelaar.nl /de-plek/

Het geluid van mijn plek

Mooi Junne

Ik sprong van de stuw af en zwom naar de kant. In Junne. Ik fietste over die stuw voor een mooi rondje Stegeren. Ik was er met mijn moeder om te genieten van de stilte en de natuur. Met mijn broer bracht ik brood rond bij de boeren rondom die stuw, toen mijn vader net was overleden. Ik was er vorig voorjaar voor het laatst en genoot van die plek die voor altijd in mijn geheugen staat gegrift.

Er was altijd een brug, er was altijd wat verkeer. Maar geen zwaar verkeer. Ik snap het wel, de landbouw voertuigen worden zwaarder en helemaal omrijden is geen optie. Het is snel 15 kilometer heen en terug. En dat met een trekker. Maar ik vraag me af moet je daar op die plek zwaar landbouwverkeer toestaan. Moet alles wijken voor de economie van de boer? Boeren moeten dit zelf niet willen.

Ik zeg: teken de petitie. Stop de brug die zwaar verkeer mogelijk maakt. Doe het!!

24 april 2020

De Konijnenbelt in Ommen

Gisteren was ik voor het eerst op de Konijnenbelt in Ommen. Ik ben er duizend keer langs gefietst, gelopen en gereden. Aan de voet heb ik gefeest op het feestterrein en vanaf de (oude) brug heb ik er naar gekeken. Nu stond ik er op de stelling. Prachtig uitzicht over de Vecht over Ommen en naar Varsen. Ik hoop er nog vaker te komen.

De Konijnenbelt in Ommen
Vanaf de stelling